Onder de naam WEGDEKVERWARMING installeren wij een compleet systeem voor het verwarmen van op- en afritten, helling- en rolstoelbanen, weg- en brugdekken etcetera.

Naast warm-water systemen (zie info vloerverwarming) omvat ons programma ook elektrische wegdekverwarming. Het systeem bestaat uit verwarmingskabels welke in de vorm van matten of als losse kabels (230V. of 380V.) aangebracht worden op het te verwarmen oppervlak. Het systeem wordt compleet geleverd met een besturingskast, een sneeuw- ijs- en vocht- temperatuurmelder automaat met voelers; en desgewenst een antislip kunststof-wegdekafwerking of betonvloer. Door alle werkzaamheden in één hand te houden kunt u verzekerd zijn van een optimaal resultaat.

Ondergrondvoorbehandeling:
Bestaande betonvloeren dienen vooraf gestraald te worden en opns vrij van losse delen ter beschikking te worden gesteld. Bij staalplaten dienen eventuele lasnaden vlakgeslepen te zijn en de staalplaten gestraald te zijn volgens norm SA 2,5.

Systeemopbouw met kunststof anti-slip uitvoering

  • inspectie ondergrond

  • na het stralen -bij staalplaten binnen 4 uur- Epoxy Grondverf aanbrengen

  • plaatsen van het wegdekverwarming systeem

  • primer aanbrengen

  • in de nog natte primerlaag een Epoxy mortelvloer dik ca. 8 mm. aanbrengen

  • wegdek slijtlaag OMV/EP aanbrengen, welke wordt ingestrooid met Mandurax (laagdikte ca. 4 mm.).

Systeemopbouw met hechtende betonnen dekvloer

  • inspectie ondergrond

  • opruwen betonvloer voor zover noodzakelijk

  • plaatsen wegdekverwarming systeem

  • aanbrengen dekvloer (uitgewassen of met visgraat-motief)

De regeling van elektrische hellingbaan verwarming
Het is bij de huidige stand der techniek mogelijk - en langzamerhand gebruikelijk - een volautomatische regeling voor hellingbaan- opritten en andere buitenvlakken toe te passen. De ijs- en sneeuwmelder en temperatuurmeter nemen continue, 24 uur per dag, de taak op zich gladheid te voorkomen. De ijs- en sneeuwmelder schakelt alleen in geval van noodzaak de hellingbaan verwarming aan. Bij het bereiken van de op de ijs- en sneeuwmelder ingestelde temperatuurwaarde bestaat bij vocht het acute gevaar voor gladheid.
Zodra de ingestelde temperatuurwaarde bereikt wordt, worden kleine warmte weerstanden, die zich onder de meet elektroden in de voeler bevinden, ingeschakeld. Is sneeuw, rijp of ijs op het voelervlak gemeten, dan dooit dit en wordt als meetbare weerstand door de meet elektroden van de voeler als vocht herkent. Als beide metingen (bereiken ingestelde temperatuur en vocht) gelijktijdig aan de ijs- en sneeuwmelder gemeld worden, schakelt de hellingbaan verwarming automatisch in.

1. Minimale verwarmingstijd (vertragingstijd)
De tot 90 minuten instelbare minimum verwarmingstijd voorkomt dat na het ontdooien zich weer ijs vormt en verhoogt de zekerheid. Wordt geen vertraagde uitschakeling van het systeem gewenst dan dient de minimale verwaringstijd op 0 ingesteld te worden. De ingestelde minimale verwarmingsduur treedt na iedere inschakeling van de hellingbaan verwarming in werking zodat die tenminste gedurende de ingestelde tijd in werking blijft. Gelijktijdig met het inschakelen van de hellingbaan verwarming worden de vocht- en temperatuurvoeler buiten werking gesteld. Eerst na afloop van de minimaal ingestelde tijd krijgt de voeler zijn functie terug.
De meet elektroden worden dan op de sneeuw- en ijsmelder ingestelde waarden geactiveerd. Herkent de voeler geen gladheidsgevaar (bereiken ingestelde waarden voor temperatuur en vocht) dan wordt de hellingbaan verwarming uitgeschakeld en blijft de vocht- en temperatuurvoeler actief tot de volgende inschakeling van het systeem. Bij verder gladheidsgevaar is het verloop als hierboven omschreven.

2. Temperatuur meter 1
Bij het bereiken van de ingestelde waarde en gelijktijdig meten van vocht, sluit relais 1 in het apparaat en schakelt de hellingbaan verwarming aan. Instelbereik temperatuur meter 1:-1 - +5.

3. Temperatuur meter 2 (optie)
Met het aansluiten van een 2e temperatuur voeler; voor het meten van de vloer- en luchttemperatuur wordt de functie van de temperatuur bewaking in bedrijf gesteld. Als voeler kan iedere norm-voeler uit de serie met bestelnummer 3500-31 gebruikt worden.
Bij het bereiken van de ingestelde waarde schakelt dan relais 2 in het apparaat (ook zonder dat vocht gemeten wordt) bijvoorbeeld een deel van de hellingbaan verwarming aan, of -bijvoorbeeld- een waarschuwingslampje. Wordt er geen 2e voeler aangesloten dan is de functie van deze instelling temperatuur begrenzer van de hellingbaan verwarming. In dat geval dient de gewenste uitschakel temperatuur ingevoerd te worden. Instelbereik temperatuur meter 2: -5 - +10oC.

4. Vochtmeting
De schaal-indeling minimaal-maximaa bepaalt hoe snel bij vocht de hellingbaan verwaring ingeschakelt wordt. De schaal-indeling is niet gebaseerd op de relatieve vochtigheid maar dient slechts als kengetal voor het eenvoudig instellen. Instelbereik vochtmeting: minimaal-maximaal. Aanbevolen instelling: gemiddelde waarde.

5. Keuze schakelaar
Met de keuze schakelaar in de stand test kunnen de ingestelde waarden van tijd, temperatuur en vocht afgelezen worden.

6. Testknop
Bij het indrukken van de testknop en gelijktijdig keuze instelling minimum verwarmingstijd wordt het relais 1 voor de minimaal ingestelde tijd ingeschakeld. Na verloop van de gekozen tijd schakelt het relais zelfstandig uit.
Met nogmaals een druk op de testknop wordt de hellingbaan verwarming eveneens uitgeschakeld.

7. LED functie aanwijzingen
De aan de voorzijde aangegeven LED functie aanwijzingen geven de volgende informatie:
Net netspanning is aangesloten
Alarm: de eigen bewaking is in functie indien:

  • de netspanning onder 200 V. of boven 250 V. is;

  • de vocht- en temperatuur voeler kortsluiting maken of anderszins niet functioneren;

  • de 2e aangesloten voeler kortsluiting maakt;

  • bij verwisseling van de rode aansluitleidingen van de vocht- en temperatuur voeler

  • bij diverse functie fouten in het programma verloop.

Temperatuur regeling

  • Bestelnummer 3500-1601

  • Aansluitspanning I/NAC/50Hz 230V

  • Isolatiespanning 2,5 kV

  • Omgevingstemperatuur 0 +500 C

  • Uitgangskontakt 6A bij 230V

  • Nauwkeurigheid +/- 0,5K

  • Gewicht 0,25 kg